Het ministerie van Binnenlandse Zaken heeft de nieuwe tsunami waarschuwingsborden of signalen bekend gemaakt. Deze borden kunnen gebruikt worden om de bewoners en bezoekers van de kustplaatsen te waarschuwen voor het gevaar voor een tsunami en om zo de ontsnappingsroutes aan te geven.
De hele Spaanse kust is blootgesteld aan het risico van tsunami’s, maar bijzonder kwetsbaar zijn de regio’s Andalusië, de Canarische Eilanden, Catalonië, de regio Valencia, Galicië, de Balearen, de regio Murcia, Ceuta en Melilla. Deze autonome regio’s en steden zijn samen goed voor een totale kustlijn van 6.846 km, 86,49% van de totale 7.905 km.
Spanje heeft sinds mei 2021 een nationaal tsunami plan met een tsunami waarschuwingssysteem (SINAM). De ontwikkeling van dit nationale signaleringssysteem is een van de eerste initiatieven die is goedgekeurd. Deze signalering is een aanvulling op de maatregelen die al door de regionale overheden, provincies en gemeenten zijn genomen.
Het doel is door borden of signaleringen de kortste ontsnappingsroute aan te geven. Het gaat om een geel en meerdere groene borden met daarop getekend en geschreven (in Spaans en Engels) duidelijke aanwijzingen voor de routes die leiden naar veilige, hoger gelegen plaatsen wat heuvels of gebouwen kunnen zijn.
Kans op een tsunami in Spanje
Het zuiden van Spanje en het oosten van de Middellandse Zee hebben een actieve seismologische activiteit en dat zijn ook de meest risicovolle plaatsen langs de Spaanse kust in verband met een tsunami.
De laatste grote tsunami in Spanje vond plaats op 1 november 1755 toen er zo’n 800 kilometer voor de kust van Cabo de San Vicente bij Portugal en nabij Andalusië een zeebeving (maremoto) ofwel een onderzeese aardbeving plaatsvond en golven tussen de 6 en 20 meter naar de Portugese en Spaanse kust liet komen. Toen stierven er minstens 5.300 mensen.
Terwijl in Portugal de stad Lissabon en diverse kustplaatsen verwoest werden, gebeurde datzelfde aan de Atlantische kust in het zuiden van Spanje. Steden als Huelva, Cádiz en kleine dorpen als Ayamonte, Sanlúcar de Barrameda, Chipiona, El Puerto de Santa María en Conil werden door de hoge golven bedolven en gedeeltelijk verwoest.
In 1969 vond er een kleine tsunami plaats na een onderzeese aardbeving in de zogenaamde Banco Gorringe, gelegen tussen de Azoren eilanden en de Straat van Gibraltar.
In 2003 werden 45 minuten na een aardbeving in Algerije de gevolgen gemerkt in het zuiden van de Balearen waar in de havens diverse boten en jachten verwoest werden door de hoge golven.
Een tsunami kan al worden veroorzaakt door een aardbeving van tenminste 6 op de Schaal van Richter in de tectonische platen voor de Atlantische kust bij Cádiz en vooral aan de Middellandse Zeekust. Ook de Balearen zouden in zo’n geval te maken krijgen met de gevolgen.
